portret
“Nou, zeg het maar, waar wil je me hebben?” hoor ik wel eens bij binnenkomst.
Zo werkt het echter niet. Want doorgaans is zo’n portretsessie ook de eerste kennismaking, slechts voorafgegaan door een telefoontje. En ook de locatie is mij meestal onbekend en dus een verrassing. Wat volgt ervaar ik altijd weer als spannend: de kennismaking, wat praten om het ijs te breken, speuren naar specifieke trekken of een kenmerkend gebaar, zoeken naar een geschikte omgeving en achtergrond, het uitlichten, de techniek en tenslotte de interactie tijdens het fotograferen.
Spannend omdat er altijd sprake is van tijdsdruk en er binnen korte tijd veel van me wordt gevraagd. En omdat ik me ervan bewust ben dat het voor de persoon in kwestie óók een beetje spannend is.
Het maken van een portret vraagt altijd enige regie. Dat luistert nauw, het is een subtiel balanceren tussen authenticiteit en pose, tussen echt en gekunsteld. Acteurs zijn daarom meestal prettig om mee te werken. Want, hoewel ik niet van overacting houd, een zekere mate van acteren is onvermijdelijk bij het poseren. Bij hen die beroepshalve niet gewend zijn aan ‘het podium’ is dit moeilijker; al te veel aanwijzingen leiden al snel tot een geforceerd, onwaarachtig beeld. Mede daarom vind ik het belangrijk mensen ruimte te laten.
Vaak wordt het gebruik van specifieke technieken voor ‘stijl’ aangezien. Ik ben echter van mening dat in portretfotografie stijl meer is gelegen in de benadering van de mens voor de camera.
Behalve spannend, vind ik portretsessies altijd inspirerend. Want hoe kort ook, ik ontmoet bijzondere mensen in hun eigen omgeving en krijg daardoor iets van hun leven en persoonlijkheid te zien. Maar de bewering dat een goed portret de ziel of het karakter van de geportretteerde blootlegt, deel ik niet. Die stelling doet de mens in al zijn complexiteit tekort.
Voor mij is een portretfoto geslaagd wanneer daarin een wezenlijk deel van de persoon of diens wereld besloten ligt. Een element waaraan de blik zich hecht- en even bij stil staat.