Tijdens het werken aan ‘afslag Angkor’, de documentaire serie over de effecten van toerisme naar Cambodja, ontmoette ik Sem Sovantha, een oorlogsveteraan die beide benen verloor aan een landmijn. Anders dan veel andere landmijnslachtoffers slaagde Sovantha erin aan een bedelend bestaan te ontsnappen: vanuit zijn zelfgemaakte rolstoel verkocht hij boeken, ansichtkaarten en kleine souvenirs. Ondanks zijn minimale inkomsten wist hij enkele lotgenoten te overtuigen zijn voorbeeld te volgen. Dit resulteerde in 4 mobiele boekstalletjes die het centrum van Siem Reap doorkruisen, inmiddels verenigd in de “Angkor Association for the Disabled”(AAD).
Hoewel tot op zekere hoogte succesvol, was het duidelijk dat zij meer inkomsten en dus meer klanten nodig hadden. De eerste stap was hen te voorzien van een bord met daarop de tekst “I don’t beg, I want to work”.
Toen ik een paar maanden later in Siem Reap terugkwam, vertelde Sovantha me dat deze simpele, gefotokopieerde borden inderdaad de omzet aardig hadden verhoogd. En, met hulp van een paar andere westerlingen, was hij er inmiddels in geslaagd AAD als een NGO (Niet-Gouvernementele Organisatie) te laten registreren.
De volgende stap was AAD kosteloos te voorzien van ansichtkaarten. Een kleine fondsenwervingscampagne per e-mail onder vrienden, kennissen en familie leverde binnen enkele weken het benodigde bedrag op om 8000 ansichtkaarten te laten drukken. Met het oog op het ondersteunen van de lokale economie, liet ik in Phnom Penh van 8 van mijn foto’s ansichtkaarten drukken.